Afgelopen zomer keken we allemaal gechoqueerd naar de beelden op social media van de immense explosie in Beiroet. Maar één Nederlander moet het drama met extra schrik hebben aanschouwd: Nikolaos van Dam. Beiroet, de hoofdstad van Libanon, was eind 1980 de eerste plek waar hij als diplomaat aan het werk ging. Dit bleek het begin van een indrukwekkende carrière. Irak, Egypte, Libië, maar ook Duitsland, Turkije en Indonesië – allemaal landen waar Van Dam van dichtbij historische ontwikkelingen heeft meegemaakt. Hij schrijft erover in zijn boek: Granaten en Minaretten, Een diplomaat op zoek naar vrede in de Arabische en islamitische wereld.
Het boek staat bol van spannende anekdotes, die gaandeweg een beeld schetsen van de diplomatieke wereld. Het is een vak van moeilijke keuzes, juiste relaties en begrip voor context. Dit wordt al snel duidelijk wanneer hij vertelt over de door Irak gegijzelde Nederlanders tijdens de bezetting van Koeweit. Aan hen moet Van Dam vertellen dat er geen bevrijdingsmissie komt vanuit Nederland: een teleurstellende, maar noodzakelijke keuze.
Ook het belang van beeldvorming komt nadrukkelijk naar voren. In Indonesië doet hij mee aan een wedstrijd nasi goreng maken. Klinkt banaal, maar hij wint. Goede ‘public diplomacy’, oordeelt Van Dam. In dit land merkt hij ook wat voor effect binnenlandse gebeurtenissen kunnen hebben op buitenlandse relaties. Hij moet zijn best doen om de gemoederen te bedaren, wanneer Geert Wilders zijn anti-islamfilm Fitna uitbrengt. Gelukkig weet Van Dam, met de goede contacten die een diplomaat als hij heeft, de crisis te bezweren.
Unieke blik
Maar bovenal hecht Van Dam waarde aan inlevingsvermogen, zaken in verschillend perspectief zien en wederzijds respect. Deze mentaliteit is niet alleen noodzakelijk in diplomatie, waar compromissen sluiten dagelijkse kost is, maar zorgt ook voor een genuanceerd geschreven boek. Zo is Van Dam erg kritisch op het regime van Sadam Hoessein. Hij besteedt veel aandacht aan diens corruptie en omgang met het Iraakse en Koerdische volk. Tegelijkertijd veroordeelt hij de Amerikaanse-Britse bezetting van Irak, die volgens Van Dam een averechts resultaat heeft opgeleverd met als neveneffect honderdduizenden burgerdoden.
De zeldzame combinatie van ervaring in het veld en een wetenschappelijke blik, levert kernachtige uiteenzettingen op die het boek diepte geven.
Naast diplomaat is Van Dam ook een gepromoveerd Arabist. De passages waar de academicus Van Dam één is met de diplomaat Van Dam zijn dan ook het meest interessant. Zijn analyse van het conflict tussen Israël en Palestina bijvoorbeeld – overzichtelijk toont hij de belangen, wensen en angsten van de betrokken staten en organisaties. De zeldzame combinatie van ervaring in het veld en een wetenschappelijke blik, levert kernachtige uiteenzettingen op die het boek diepte geven.
Maar waar deze symbiose het best werkt, is ongetwijfeld tijdens de behandeling van de situatie in Syrië. Hier schreef hij niet voor niets een academisch standaardwerk over: The Struggle for Power in Syria. Ondanks een bloederige burgeroorlog in Syrië, weigeren Westerse landen mee te werken aan een realistische oplossing. Zij mijden principieel een gesprek aan te gaan met president Assad. Hij is immers een autocraat die zijn eigen volk mishandelt. Maar tegelijkertijd ontbreekt het bij deze landen aan wil en middelen om het regime weg te werken.
Het laat volgens Van Dam zien waar idealistisch wensdenken toe kan leiden, met als resultaat immens bloedvergieten en een land in puin. Het is niet zeker of een dialoog met Assad dit alles had kunnen voorkomen, meent Van Dam, maar het had het bereiken van een oplossing voor het Syrische conflict ongetwijfeld waarschijnlijker gemaakt.
Geen Autobiografie
De academicus en diplomaat Van Dam zijn dus beiden prominent aanwezig. Maar wat ik mis is de mens Van Dam. Het is misschien niet de bedoeling van het boek – het is immers geen autobiografie – maar op een paar paragrafen na ontbreekt het aan echt persoonlijke ervaring. Hoe is het om te leven in een gebied waar je je leven niet zeker bent? Wat doet het met je als je nooit een vaste standplaats hebt? En hoe beïnvloedt dat je perspectief en je persoonlijke relaties? Ik had het graag gelezen, want ook dat is onlosmakelijk onderdeel van het leven van een diplomaat.
V.l.n.r. : Met Indonesische minister van Buitenlandse Zaken Hassan Wirajuda bij de inauguratie van te herbouwen schoolgebouwen die zijn verwoest door een aardbeving in Java (2007), Nikolaos van Dam in de kruidensoek van Aleppo (1994), Overhandiging van een haan als cadeau, door Papoea-vrouw in Kouh (Zuid-Papoea, 2008).
De dominantie van de academicus en diplomaat Van Dam verklaart wellicht ook waarom het boek af en toe leest als een feitenrelaas. Gebeurtenissen worden netjes opgesomd die soms niet veel met elkaar te maken hebben. De feiten liggen dan op tafel, maar samenhang ontbreekt. Dit werkt goed voor een analyse die is bedoeld voor bewindslieden of wetenschappers, maar voor de gemiddelde Nederlander bevordert het de leeservaring niet.
Desondanks is het boek absoluut het lezen waard. Een flinke dosis ervaring gepaard met een scherpe blik op de ontwikkelingen in het Midden-Oosten, komen samen in een gelaagd fascinerend werk.
Zoals de ondertitel van het boek suggereert, is Van Dam zijn carrière lang op zoek geweest naar vrede in het Midden-Oosten. Het is echter niet gelukt. Met een verontrustende opsomming toont hij tegen het einde van het boek dat de situatie in bijna al zijn standplaatsen verslechterd is. Het is een wat sombere conclusie. Hij houdt echter geloof in de kracht van de internationale gemeenschap om vrede in de regio te herstellen. Positieve verandering is mogelijk. Dit optimisme – ondanks al zijn kritiek – is misschien wel Van Dams knapste prestatie.
Uitgeverij Prometheus was zo vrij om DEBAT Magazine het nieuwe boek van Nikolaos van Dam toe te sturen.