Dit artikel is onderdeel van een speciale editie over de Amerikaanse verkiezingen in november. Quang analyseert de unieke rol van onafhankelijke kandidaten en de campagne van Kanye West. DEBAT publiceert een nieuw artikel op maandag, woensdag en vrijdag.
De Republikeinen staan op een kruispunt. Hun toekomst bepaalt ook die van Amerika.
Vier maanden of vier jaar, er komt een moment dat Donald Trump niet langer de president van de Verenigde Staten is. Wanneer te tijd gekomen is, zullen de Republikeinen een keuze moeten maken: wat volgt? Wat zal er van de oeroude partij komen, wanneer het Trump-tijdperk ten einde komt?
Het ligt er deels aan of Trump vrijwillig aftreed uit de politiek, door met pensioen te gaan na twee succesvol gewonnen termijnen (met de mogelijkheid een gelijk gelovende opvolger te benoemen) of dat hij hiertoe geforceerd wordt komende verkiezingen. Alleen tijd zal ons leren welke optie het wordt, al staat Joe Biden er relatief goed voor om Donald Trump drie November te verslaan.
Ter verduidelijking, een winst voor Biden is verre van zeker, maar sommige leden van de Republikeinse Partij beginnen zich al van Trump te distantiëren. Ben Sasse, senator uit Nebraska, sprak zich laats uit tegen Trump, en hoewel zijn woorden Democraten misschien niet zullen overtuigen, doet het hen die Amerikaanse politiek volgen wel herinneren aan de spreekwoordelijke olifant in de kamer: wat komt er van de Republikeinse Partij na Donald Trump? In een tweepartijenstelsel – zoals die van Amerika – is de richting en eenheid van de partij van levensbelang. De Democraten hebben hun achterban, door progressieve en liberale geluiden te combineren, bijeen weten te rapen. De Republikijnen zouden binnenkort zomaar de macht kunnen verliezen. Partijstrategen en -prominenten zullen dan een nieuwe, Trumploze, weg voorwaarts moeten bedenken.
Post-autopsie
Een eerste optie die de Republikeinen hebben is proberen te beginnen met een schone lei, een centrumrechtse benadering. Dit oogt op het eerste gezicht misschien discutabel. Strategisch gezien is het echter voor veel establishment Republikeinen enigszins logisch. Donald Trump is geen traditionele Amerikaanse conservatief. Hij heeft de staatsschulden fors laten oplopen. Hij was uiterst kritisch tegenover vrije handel en multilateralisme, en houdt zich niet aan de traditionele family values. Een verlies van Trump hoeft niet per se een verlies voor Amerikaans conservatisme te betekenen, vooral niet voor haar meer gematigde en redelijke varianten.
Trumpisme achter laten, en richting een meer verenigde, centrumrechtse Republikijnse partij bewegen, zou een goede zet kunnen zijn voor de GOP mocht zij verliezen in november. Dit maakt het mogelijk om Trump-retorica te dumpen, met behoud van hun conservatieve visie op kwesties als deregulatie, belastingen en militaire interventies.
Het oogt misschien raar om zo snel te wisselen van een extreemrechtse ideologie naar een meer gematigde. Het zou echter best goed kunnen uitpakken voor de verkiezingen in 2024 en 2026, vooral als de linker vleugel van de Democratische Partij blijft toenemen. Een traditionele midden kandidaat zou een zegen kunnen zijn voor de Republikeinse partij om gematigde kiezers aan te spreken, en om een eventueel flink linkse Democratische kandidaat te verslaan. Dit klinkt veelbelovend, maar hoe zou een meer inclusieve, gematigde Republikeinse Partij er uitzien los van wat vage statements over het afwijzen van verdeeldheid?
Na het verlies van Mitt Romney in 2012, ging er een partijmemo rond in Republikeinse cirkels. Deze kwam later ook bij het grote publiek aan. Het document, formeel bekent als the Groth and Opportunit Project Report, kwam bij kenners bekent te staan als “Het Autopsie Rapport”. Het bestond uit een blauwdruk voor wat een GOP vrij van Trump zou kunnen worden, al werd het geschreven in een Trumploze tijd. Het rapport erkende dat de Republikeinen vijf van de laatste zes populaire verkiezingen had verloren (inmiddels zes uit zeven, en binnenkort waarschijnlijk zeven uit acht), en dat de publieke perceptie van de partij op recordslechte hoogtes stond.
Het begint met duidelijk te maken dat er een duidelijke scheidslijn is tussen een gubernational vleugel en een federale vleugel. De eerste beschrijvend als ‘groeiend en succesvol’ en de tweede als ‘zichzelf marginaliserend’. Er is bewijs dat dit een juiste schatting is. Republikeinse gouverneurs zijn vaak best populair, zelfs op plekken waar ze dat normaal gesproken niet zijn. Massachusetts, een van de meest liberale staten in heel het land, heeft een Republikeinse gouverneur, Charlie Baker, die in 2018 herkozen werd met een indrukwekkende marge van 33,5%.
Zoals verwacht, en zoals het Autopsie rapport aanwijst, profileren deze Republikeinen zich niet op dezelfde wijze als hun federale tegenhangers. Gouverneurs als Charlie Baker hebben een liberalere kijk op kwesties als LGBT+ rechten, milieuprotectie en wapenregulatie, dan Republikeinen uit Washington. Ze zijn het echter wel vaak eens over economische deregulatie, banen en fiscale verantwoordelijkheid .
In termen van beleid, wijst het autopsie rapport op een noodzaak voor het aantrekken van stemmen van minderheden; speciaal Latijns-Amerikanen, voor wie, volgens het document, de Republikeinse Partij een natuurlijke thuisbasis is. Latino’s zijn voornamelijk katholiek. Ook al heeft dit geloof een meer gematigde rol in Amerikaanse en wereldwijde politiek vergelijken met Protestante alternatieven, behoudt Christelijk conservatisme een lange traditie in Amerika, en Latijns-Amerikanen voelen zich hierin niet altijd welkom. Dit komt vooral door het standpunt van conservatieven omtrent immigratie, welk lang voor Trump al radicaler is geworden, met serieuze gevolgen voor de Latijns-Amerikaanse perceptie van de Republikeinse partij. Uit de Growth and Opportunity Project Report:
Het rapport gaat ook in op het gebrek aan leidende vrouwen in de Republikeinse partij: “The RNC must improve its efforts to include female voters and to promote women to leadership ranks within the committee. (…) women need to be part of this process to represent some of the unique concerns that female voters may have.”
Ten slotte beschrijft het de noodzaak om boosaardigheid uit het bedrijfsleven te minderen en “corparate welfare” aan te pakken. Daarbij, er moet tegenstand geboden worden wanneer “CEOs receive tens of millions of dollars in retirement packages [while] middle-class workers have not had a meaningful raise in years.” Dit is duidelijk een meer gematigde kijk op de economie. Republikeinse politici zouden, bij omarming van deze visie, voor hen moeilijke keuzes moeten maken over onderwerpen als belastingen.
Naast dit laatste punt, doet het rapport nog wat gematigde suggesties voor beleid, maar de centrale boodschap is dat mochten Republikeinen focussen op minderheden, en een zachtere lijn omtrent immigratie verkondigen, dan zouden zij een grote kans maken deze groep over te halen naar hun fiscaal en sociaal conservatieve standpunten. Het enige nadeel, natuurlijk, is dat dit voor weerstand kan zorgen binnen de huidige Republikeinse achterban. Democraten leden in 2016 massaal aan verlies van de witte arbeidersklasse. Een Republikeinse Partij die een rechtstreekse oproep doet richting Mexicaanse immigranten en hun familie, zou kunnen leiden tot massale weerstand van traditioneel Republikeinse stemmers tegenover dit plan van de partijelite.
Het leider principe
De tweede optie: een voortzetting van de huidige partijstatus wat tot een soort neo-Trumpisme zou leiden. De motivaties hierachter zijn vanuit Republikeins oogpunt makkelijk te begrijpen: Amerikaanse afkeuring van Trump’s beleid omtrent de COVID-19 pandemie, hoeft niet te betekenen dat Trump’s achterban niet meer achter hem en zijn beleid staat. Antiliberaal en antimigratie standpunten leven nog steeds onder Trump’s stemmers. Zij zijn waarschijnlijk ook niet van plan om hun geloof hierin snel op te geven, in tegenstelling tot Republikeinen uit Washington. Sterker nog, de boosheid richting de liberale “elite”, is nog steeds erg duidelijk, en zou kunnen toenemen door de gevolgen van de pandemie, waarin vooral de onderklasse hard geraakt wordt. Die boosheid ligt nog steeds klaar om omgevormd te worden in mobilisatie, net als in 2016.
Er zijn, natuurlijk, problemen met deze benadering. Donald Trump ondervindt veel steun vanwege hem als persoon, en de het Republikeinse establishment zal waarschijnlijk geen nieuwe Trump opvolger kunnen vinden. Bijvoorbeeld, stel je eens een speech op een Trump rally voor van Jeb Bush of Ted Cruz. Zelfs als een up-and-coming Republikein Trump’s beleid punt voor punt weet te dupliceren, blijft hij een lastige man om que persoonlijkheid te vervangen.
Zelfs iemand als Tom Cotton (bekent om zijn harde taal richting “plunderaars” en “anarchisten”) mist het charisma om Trump’s achterban te motiveren. Zijn ideologie en presentatie is veel te conservatief om een overtuigende, Trump-achtige, leider te zijn. Een betere optie zou misschien Trump’s eigen zoon zijn, Donald Trump Jr., die zelf al speculeerde over een poging in 2024.
Dit artikel gaat niet verder speculeren over de precieze aard van neo-Trumpisme, los het bestaande beleid van de Trumpregering. Trumpisme is een inherent persoonlijke ideologie. Speculatie is dan nuttig noch accuraat. Verder is dit artikel niet een voorspelling van wat er gaat komen. Politiek is een complexe, rommelige vertoning, en als de toekomst niet voorspeld kon worden in 2012, dan kan het dat zeker niet acht jaar laten. Maar, begrijpen waar de Republikeinse partij zich nu bevindt, en de kanten die het op kan na Trump, helpen ons bij het volgen van de komende gebeurtenissen in 2020 en daar voorbij in de Amerikaanse politiek.