Voor menig politiek conservatieveling was afgelopen november een geweldige maand. Met de forse winst van de populistische PVV en het bescheiden verlies van de VVD leek de weg vrij voor de vorming van een rechts kabinet. Dit kabinet zou zich richten op het beperken van migratie en op het behoud van de Nederlandse cultuur.
Voormalig PvdA-minister Ronald Plasterk keek vooruit naar de aanstaande formatie met het devies: niet praten, maar handelen met de PVV, VVD, BBB en NSC, de nieuwe partij van Pieter Omtzigt. Uiteindelijk zou hij zelf dit proces in goede banen mogen leiden: hij werd informateur. Maar de formatie verloopt niet zoals hij in eerste instantie gehoopt had.
Ondanks de radiostilte rondom de formatie lekte er recentelijk enige informatie uit. Hoewel alle vier betrokken partijen als rechts kunnen worden geclassificeerd, bestaat er wel degelijk inhoudelijk verschil. Zo hecht NSC onder leiding van Pieter Omtzigt bijzonder veel waarde aan de rechtsstaat, wat conflicteert met diverse plannen van de PVV.
Zelfs over migratie, het centrale thema dat deze partijen naar de overwinning heeft geleid, lijken ze het niet volledig met elkaar eens te zijn. NSC streeft naar een vermindering van het aantal arbeidsmigranten, wat tegen het zere been is van de BBB, die de belangen behartigt van een landbouwsector die sterk afhankelijk is van deze arbeidsmigranten.
Hoewel de tegenstellingen tussen de partijen aanzienlijk lijken, zijn ze niet onoverkomelijk. De PVV van Geert Wilders heeft al enkele concessies gedaan door bepaalde plannen “in de ijskast” te zetten.
Wat waarschijnlijk ook niet heeft bijgedragen aan de voortgang van de formatie is de felle toon en bewoordingen die diverse politici op sociale media hanteren. Zo heeft Geert Wilders herhaaldelijk kritiek geuit op de VVD, zijn onderhandelingspartner, via zijn favoriete platform ‘X’. Caroline van der Plas weigerde op haar beurt de woorden van FDF-voorman Mark van den Oever te veroordelen, wat haar kritiek opleverde van NSC-leider Pieter Omtzigt.
Er is weinig zo onzeker in de hedendaagse Nederlandse politiek als het verloop van het vormen van een coalitie. Dat bleek één dag voor het inleveren van dit artikel, toen Pieter Omtzigt besloot vroegtijdig de stekker uit de formatie te trekken. Niet het moddergooien of de inhoudelijke bezwaren, maar de brieven over overheidsfinanciën leken de steen des aanstoots voor Omtzigt. De andere leiders reageerden verbaasd op de actie van de NSC-voorman. Ze vonden het vreemd dat hij de deur dichtdeed. Toch is het niet exceptioneel dat een formatie niet in één ronde slaagt. Waar Rutte-II er bijvoorbeeld al snel uit was, faalde een coalitie van Paars-Plus in 2010. Ook een tweede kabinet Den Uyl is nooit tot verwording gekomen, ondanks het feit dat de PvdA de grootste partij in de kamer was indertijd. Een coalitie waarbij de PvdA-leider, Den Uyl, zijn plekje in het torentje weer kon innemen leek voor de hand liggend. Maar na een moeizame onderhandeling besloten de tweede en de derde partij (CDA en VVD respectievelijk) om een coalitie te vormen zonder Den Uyl. Zo grillig kan het verlopen in de Nederlandse coalitie-onderhandelingen.
Weinig valt te voorspellen over de samenstelling van een mogelijk volgend kabinet. Vooralsnog lijkt een meerderheidskabinet met Geert Wilders ver weg. Op de steun van NSC kan de PVV immers niet meer rekenen. Ondanks de bravoure die Plasterk in zijn column had, is het hem niet gelukt om de partijen dichter bij elkaar te brengen.
Het vervolg van de formatie zal op zich moeten laten wachten. Er zullen ooit nieuwe onderhandelingen moeten komen, of nieuwe verkiezingen. Er zijn maar weinig partijen die daar op wachten. Ondertussen regeert Rutte-IV demissionair door.
Vooralsnog lijkt het erop dat deze formatie een langdurig proces zal zijn. Maar, zoals D66’er Thom de Graaf in 1998 al zei: “Liever een week langer nu, dan een jaar minder later.”
Afbeelding door Ketet Subiyanto, via Pexels.com