De maatregelen om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan zijn inmiddels al weer een behoorlijke tijd van kracht. Zo ingrijpend als ze zijn, zo onderbelicht was de juridische kant van de maatregelen, tot nu. Afgelopen week vroeg RUG-hoogleraar Jan Brouwer zich openlijk af of de huidige maatregelen wel grondwettelijk zijn.
Nu de maatregelen langer gaan aanhouden dan bij het begin van de crisis werd gedacht zien we ook gelijk het een punt van veel juristen: Hoe kunnen verregaande vrijheidsbeperkende maatregelen, oorspronkelijk bedoeld voor kortdurende crisissituaties, juridisch gelegitimeerd worden in een langdurige situatie als deze? Het antwoord is volgens hen dan ook simpel: dat kunnen ze niet. Dat is op zich niet gek: de vrijheid van godsdienst, betoging, vergadering en het huisrecht zijn behoorlijk ingeperkt. Met name die laatste vind ik zorgwekkend. De politie gaat nu huizen binnen om de maatregelen te handhaven zonder machtiging tot binnentreden. Studenten, die al veel te lijden hebben onder de crisis omdat zij vaak in sectoren werken die nu plat liggen, hebben het al gemerkt. Samen met je huisgenoten eten of in de tuin zitten is er niet bij, anders loop je risico op een boete en een strafblad. Dat de politie een feest beëindigt vind ik nog verdedigbaar, maar waar trek je dan die grens? Die lijkt erg willekeurig te zijn.
Over willekeur gesproken: Nederland, als gedecentraliseerde eenheidsstaat, is wat de maatregelen betreft geen eenheidsstaat. Zo mogen in Noord- en Oost-Gelderland restaurants bij hotels, alleen voor hotelgasten en met inachtneming van de 1.5-meterregels weer open. Een schril contrast met bijvoorbeeld de regio Hollands-Midden, waar de secretaris van de commissie DEBAT zijn social-distancing dagen slijt. Hier is het aanbieden van overnachtingen met een recreatief doel in zijn geheel verboden. Ofwel: hotels moeten hier dicht voor toeristen, terwijl men in Gelderland in het restaurant van het hotel mag eten. Bizar eigenlijk en die willekeur is dan ook niet uit te leggen aan de ondernemers die wel gesloten moeten blijven.
Terug naar het inperken van de vrijheden van godsdienst, vergadering en betoging. We zien in deze tijd dat er theoretisch, volgens de verordening, minder vrijheden zijn, maar er ook praktische oplossingen zijn: zo is een kerkdienst goed te volgen via het internet. Dat mensen dus niet naar de kerk mogen omdat dit een samenkomst betreft is dan nog te verdedigen. Dit geldt echter niet voor demonstraties: een effectieve betoging begint vaak bij een grote groep mensen op een plein in de stad. Dat is echter een samenkomst, dus het mag niet. Hoe ga ik, bijvoorbeeld als ik tegen de willekeur van de horecamaatregelen wil betogen, dan alsnog gezien worden in een vol medialandschap? Dat is moeilijk en vraagt veel, terwijl de drempel om te demonstreren in dit land juist erg laag ligt. De Grondwet zegt over de vrijheid van vergadering en betoging het volgende: ‘’De wet kan regels stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.’’ (art 9 lid 2). Hier zien we dus wel mogelijkheden demonstraties te verbieden ter bescherming van de gezondheid, maar juist hier komt iets belangrijks om de hoek kijken: ‘de wet’. Waarom? Dat moet heel simpel zijn: een wet is alleen geldig als hij door beide Kamers van de Staten-Generaal is goedgekeurd en uiteraard ondertekend is door de Koning.
Wat we nu zien is dat de uitvoering bij de uitvoerende macht ligt, zonder dat hier controle vanuit de Kamer op is. Zo kan de Kamer bijvoorbeeld voorstellen om de eerdergenoemde studenten als huishouden te zien en dit aan de nu in de maak zijnde spoedwet toevoegen. Nu is er geen mogelijkheid toe en is er zelfs een lokaal verschil mogelijk, omdat de veiligheidsregio’s zelf aan de hand van een model de verordening invullen. Er is dus een gebrek aan democratisch controle, want ook raadsleden die normaal burgemeester vragen stellen over dit soort verordening in hun gemeente vergaderen amper door de coronacrisis.
Dat brengt mij dan ook naar mijn conclusie: waarom komt de overheid pas met een eenduidige (democratische) wet op het moment dat kritische juristen de noodverordening aanvallen op grondwettelijkheid? We hadden al langer effectief en eenduidig kunnen handelen, wat burgers en ondernemers meer duidelijkheid geeft over wat wel en niet mag. Zo kunnen burgers voorkomen dat zij door onbewust onwetend te handelen een boete en een strafblad krijgen, want van deze maatregelen zijn we voorlopig nog niet af. We hebben immers volgens veel virologen nog wel even last van het coronavirus. Het nieuwe normaal betekent echter niet willekeur en een democratisch tekort, maar op anderhalve meter laten zien waar een klein land groot in kan zijn.
Dit artikel is net voor een versoepeling van de maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus geschreven. Hierdoor zijn enkele zaken niet meer actueel: zo mogen er in de veiligheidsregio Hollands-Midden weer overnachtingen met recreatief oogmerk worden aangeboden. Ook zijn er op 6 mei jongstleden verdere versoepelingen aangekondigd, die op het moment van schrijven niet bekend waren.
Afbeelding van congerdesign via Pixabay