Door Marvin Lamers
Op woensdag 15 maart 2023 zijn de stembussen in Nederland weer geopend. Dit keer staan de zetels van de Provinciale Staten – en hiermee van de Eerste Kamer – op het spel. De verkiezingen zijn echter nooit drukbezocht. In 2019 kwam slechts 56% van de stemgerechtigden opdagen en in 2015 lag dit aantal zelfs op een zorgwekkend percentage van nog geen 48%. Dit is amper meer dan de Gemeenteraadsverkiezingen, die ook nooit hordes mensen trekken. Vreemd, want juist de Provinciale Staten zijn een belangrijke schakel in het Nederlandse beleidsproces. Zij voeren beleid dat nationaal wordt opgedragen op het provinciale niveau uit. Een voorbeeld hiervan is de Stikstofwet. Die gebiedt de provincies om de uitstoot flink terug te dringen. Niet elke partij is een voorstander hiervan. Er is één partij die hier fel tegen protesteert. En juist die partij wordt mogelijk heel groot: de BoerBurgerBeweging (BBB).
Voordat de mogelijke rol van de BBB kan worden besproken, is het nodig om te kijken naar wat de Provinciale Staten nou eigenlijk zijn. De leden van de Provinciale Staten zijn in feite de volksvertegenwoordigers van een provincie. Zij bepalen het beleid van de provincie op de belangrijkste punten, en controleren de Gedeputeerde Staten, het dagelijks bestuur van een provincie. Hoe meer inwoners een provincie heeft, des te meer Statenleden een provincie heeft. De provincie Zeeland heeft het minste aantal Statenleden (39). De provincies Noord-Brabant, Noord-Holland en Zuid-Holland hebben het grootste aantal zetels beschikbaar, namelijk 55. Een ander privilege dat de Provinciale Staten hebben, is dat zij de leden van de Eerste Kamer kiezen. De Eerste Kamer keurt op haar beurt de wetsvoorstellen die in de Tweede Kamer worden gedaan en heeft hiermee een stem in het beleidsmatig proces.
Waar voorheen de meeste Nederlanders de verkiezingen niet interessant genoeg vonden, liggen in het heden de kaarten anders. Veel mensen zijn ontevreden met de Nederlandse politiek. Waar eind 2020 nog bijna 70 procent vertrouwen had in een goedwerkende overheid, daalde dit aantal naar minder dan 30 procent in september 2022. Oorzaken hiervoor zijn onder andere de groeiende woningnood, stijgende inflatie, de immigratiekwestie en de energiecrisis. De ondervraagde gaf het Kabinet Rutte IV volgens IPSOS het beroerde cijfer 4,2.
Waar de overheid volgens de Nederlander juist minder tijd aan zou moeten besteden, is de stikstofcrisis. In de agrarische sector worden door de regering veel regels opgelegd aan boeren. De stikstofuitstoot moet met 70 procent in zijn totaliteit omlaag. Dit betekent dat veehouderijen die grenzen aan kwetsbare natuur worden opgekocht, dat de veestapel flink moet krimpen en dat de meeste boeren enorm veel geld moeten stoppen in het verduurzamen van hun bedrijf .
Dat maakt veel boeren boos, want in andere landen zijn de regels veel soepeler. Hierom sluiten veel van hen zich aan bij de BoerBurgerBeweging. Dit is een relatief nieuwe partij die ontstaan is om het platteland -en hiermee de boer- een stem te geven in de politiek. De BBB komt in opstand tegen deze door de overheid opgelegde regels. Zij ontkennen dat er een crisis is en wijten dit aan de richtlijnen die we in Nederland hanteren, die allesbehalve conform zijn aan de Europese richtlijnen. Hierdoor zouden we een “probleem creëren dat er in feite niet is”.
Ook landelijk kregen Nederlanders compassie met boeren. Er ontstond een “rage” waarbij mensen de Nederlandse vlag omdraaiden om hun steun en solidariteit met de boeren en de agrarische sector te betogen. Daarnaast braken overal protesten uit. Deze varieerden van snelweg-opstoppingen met tractoren tot enorme hooibalen in brand steken door het hele land.
De woede van de boeren en landelijke steun komen de BBB goed uit. De kans is namelijk groot dat boeren wél naar de stembus zullen komen tijdens de Provinciale Statenverkiezingen. Het is namelijk hun enige kans om invloed uit te oefenen op het beleidsmatige proces. Zij zien dit mogelijk als één van de weinige kansen om de regels te verminderen, of misschien zelfs van tafel te vegen. Na een -voor de boeren relatief optimistische- uitkomst van het rapport van Commissie-Remkes werd ook een rooskleurig beeld geschetst door fractievoorzitter van der Plas .
Die zei dat het rapport mogelijk “veel openingen en toekomst voor boeren biedt”. Dat lijkt op een uitnodiging om massaal naar de stembus te gaan en het kabinet “een lesje te leren”. Dit in tegenstelling tot de gemiddelde Nederlander, die voor een Provinciale Statenverkiezing echt zijn bed niet uitkomt. Dit zou kunnen leiden tot een enorme electorale impuls voor de BBB in 2023, die zich al anderhalf jaar voorbereiden op deze verkiezingen door middel van een selectieproces.
Hiernaast zou de onvrede over de huidige overheid ook bij niet-BBB-leden of mensen die geen boer zijn kunnen leiden tot een stem op de BBB. Mensen die diep in de economische penarie zitten of in zijn algemeen ontevreden zijn over het kabinetsfunctioneren, komen ook naar de stembus. Deze stem gaat natuurlijk niet naar de coalitie, maar vaak naar een oppositiepartij die een ander geluid laat horen. Gegeven de nationale steun voor de agrarische sector, is de kans groot dat deze stem wel eens bij de BBB zou kunnen belanden.
Deze electorale overwinning zou wel eens problematisch kunnen zijn voor de uitvoering van de stikstofwet. Deze werd op 17 december 2020 door de Tweede Kamer aangenomen en op 9 maart 2021 door de Eerste Kamer en stelt de reeds genoemde stikstofreductie in werking. Echter moeten deze maatregelen op provinciaal niveau worden uitgevoerd. Dit is waar een mogelijke impasse plaatsvindt. Als de BBB op een fors aantal zetels plaats zou nemen in maart 2023 of zelfs deel zou mogen uitmaken van het bestuur van de provincie, bestaat de kans dat de vertegenwoordigers van de BBB de randjes van de wet op zouden zoeken. Het beleidsproces zou dermate vertraagd kunnen worden zodat de andere partijen op landelijk niveau met elkaar om de tafel moeten om sterkere, heldere regels te formuleren. Dit allemaal terwijl maanden zouden verstrijken en van enige progressie weinig sprake is.
Dit zegt ook Caroline van der Plas, die benadrukt dat de verkiezingen dé kans zijn voor een betere onderhandelingspositie. Als BBB rijkelijk gekozen wordt voor de Eerste Kamer, is het goed mogelijk dat andere partijen niet meer om de BBB heen kunnen en zo met haar partij om de tafel moeten gaan.
Het blijft interessant om de opmars van de BoerBurgerBeweging te volgen. Waar de meeste partijen op enorme zetelverliezen staan sinds de Tweede Kamerverkiezingen van 2021, wint de BBB fors. De boerenstem in de politiek lijkt men niet meer te kunnen omzeilen. Of het bovenstaande verhaal werkelijkheid wordt, kunnen alleen de verkiezingen van de Provinciale Staten 2023 uitwijzen.
Image by Marjoline Delahaye on Unsplash