Het besef moet nog indalen, maar de Europese Unie (EU) is in diepe crisis. Polen en Hongarije hebben de meerjarenbegroting (MFK), waar ook het COVID-herstelfonds aan is verbonden, geblokkeerd. De crisis die hierdoor is ontstaan heeft de EU aan haarzelf te danken. Tien jaar lang is er niet daadkrachtig opgetreden tegen autocraten in opkomst. Nu worden we keihard geconfronteerd met de realiteit die hierdoor geschapen is.
Het MFK is geblokkeerd vanwege het zogenaamde ‘rechtstaatmechanisme’. Subsidies kunnen via deze procedure gekort worden wanneer een land zich niet houdt aan de rechtstatelijke normen. Hongarije en Polen zijn het hier niet mee eens. In een officieel statement claimen zij dat het mechanisme ingaat tegen de verdragen van de EU.
Today, 🇵🇱PM @MorawieckiM and 🇭🇺PM Viktor Orbán signed a joint declaration on the ongoing #EUbudget🇪🇺 negotiations. https://t.co/N0HkCoCS8w
— Chancellery of the Prime Minister of Poland (@PremierRP_en) November 26, 2020
Zoals hoogleraar recht John Morijn echter laat zien is dit feitelijk onjuist.
Let’s take a look at this HU/PL joint declaration.
— John Morijn (@JMorijn) November 26, 2020
Spoiler alert: it’s incorrect on each point & doesn’t justify accommodating any demands of 2 Member States that are both – let us not forget – currently under investigation in a #RuleofLaw Article 7 TEU procedure
A thread:
1/ https://t.co/uioDNydNFI
De meest logische verklaring voor hun veto is dat zij bang zijn zelf getroffen te worden door de sancties. Beide landen nemen het al jaren niet zo nauw met de rechtstaat.
Een saillant voorbeeld: onderzoeksjournalisten hebben gedetailleerd in kaart gebracht hoe de Hongaarse minister-president Viktor Orbán misbruik maakt van EU-fondsen.
It’s often overlooked that linking EU funds to rule of law is a very personal threat to Viktor Orbán and his family too.
— Szabolcs Panyi (@panyiszabolcs) November 17, 2020
In recent years, my colleagues at @direkt36 have uncovered in details how EU funds enriched the Orbáns: the father, the brother and the son-in-law. THREAD. pic.twitter.com/tgyPuGaLki
Subsidies vloeien indirect naar hemzelf en familieleden. Zo verdiende Orbáns vader tientallen miljoenen vanuit de EU gefinancierde projecten. Gyözö Orbán – de broer van Viktor en eigenaar van een technologiebedrijf – ontving eveneens riante subsidies.
Dat dit soort kleptomanie plaatsvindt in de EU is op zichzelf al een crisis te noemen. Want leg maar eens uit aan de hardwerkende Nederlander, Duitser of Italiaan dat hun belastinggeld bijdraagt aan autocratische praktijken in Hongarije. Niet bepaald goed voor Europese solidariteit, lijkt me.
Al sinds haar officiële oprichting in ’92 claimt de EU te willen streven naar een waardengemeenschap. Respect voor mensenrechten, rechtsstaat en democratie; ieder lidstaat moet het kunnen opbrengen. Naast Hongarije heeft ook Polen hier moeite mee. Minister-president Mateusz Morawiecki tast de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht aan door bondgenoten te installeren op cruciale posten. Dit zorgt voor opstand in het land. Dappere Poolse juristen publiceerden recent nog een open brief waarin zij verklaren dat het zo niet verder kan en dat het tijd is voor serieuze actie vanuit de EU.
Maar de huidige crisis gaat verder dan dit. Polen en Hongarije willen blijven volharden in hun autocratische praktijken en zijn hiertoe bereid de EU te gijzelen. Het MFK – wat Polen en Hongarije dus geblokkeerd hebben – is noodzakelijk voor het functioneren van de Unie. Belangrijke stappen over duurzaamheid, klimaat en innovatie die waren vastgelegd in het nieuwe akkoord kunnen niet worden uitgevoerd zonder de juiste financiële afspraken. Daarbij, veel lidstaten dreigen door de pandemie in serieuze problemen te komen. Door de blokkade kan ook het COVID-herstelfonds niet in werking treden, waardoor steun voor deze landen uitblijft.
Hoe heeft het zover kunnen komen? Hoe kunnen Polen en Hongarije de EU zo in hun greep hebben? Hiervoor moet de EU goed in de spiegel kijken.
Het autoritaire equilibrium
Politicoloog R. Daniel Kelemen schreef er een briljant onderzoek over. Hij legt uit dat de EU vastzit in een ‘autoritair equilibrium’: een politiek stabiel evenwicht, waar het voortbestaan van autoritaire lidstaten wordt bevorderd. Dit klinkt paradoxaal. Hoe kan binnen de EU – een politieke gemeenschap met democratie als één van haar kernwaarden – autocratie gestimuleerd worden?
Kelemen noemt drie factoren: partijbanden, subsidies en gemakkelijke migratie.
Politieke partijen moedigen autocraten aan
De eerste factor die meespeelt is het halfslachtige partijsysteem in de EU. Dat zit zo: in het Europees Parlement zetelen verschillende nationale politieke partijen. Gelijkgezinden vormen vaak een pan-Europese coalitie, zoals de Europese Volkspartij (EVP): een christendemocratische groepering. Om te bepalen hoeveel zetels iedere partij krijgt in het Europees Parlement, worden er directe verkiezingen gehouden op nationaal niveau. Het CDA en CDU – de christendemocraten in Nederland en Duitsland – hebben er dus baat bij als Orbáns partij Fidesz, die ook is aangesloten bij de EVP, tijdens deze verkiezingen veel stemmen krijgt. Dit creëert een prikkel voor EVP leden om een oogje dicht te knijpen als Orbán autocratische praktijken uithaalt; als zijn partij door publieke kritiek van bijvoorbeeld Angela Merkel of Hugo de Jonge stemmen verliest, krijgt de EVP coalitie eveneens minder zetels, dus minder macht. Gevolg is dat, zoals uit een eerder stuk van Kelemen bleek, de EVP al tien jaar lang niet daadkrachtig optreedt tegen de misstanden in Hongarije.
Waarom leiden het CDA en CDU hierdoor geen gezichtsverlies? Waarom zien we Angela Merkel als leider van Europa’s liberale orde, terwijl haar partij al jaren bijdraagt aan de democratische regressie in Hongarije?
Toegegeven: dit autocraatje-knuffelen wordt steeds nauwlettender gevolgd door de media. En daarbij, de EVP heeft vorig jaar sancties getroffen tegen Fidesz. Deze interventie heeft echter tien jaar geduurd en daarmee is het probleem nog niet verholpen. Het CDA en CDU leiden tijdens landelijke verkiezingen nog steeds geen verlies als er na een schandaal in Hongarije weer eens radiostilte klinkt; de afstand tussen de EU en nationale burger is simpelweg te groot. Veel Nederlandse kiezers weten niet eens wat de EVP is, laat staan welke partijen erin zitten. De link tussen Fidesz dáár, en het CDA híer is niet zichtbaar genoeg.
EU-subsidies versterken antidemocratische politici
Kelemen merkt het ironisch op: ‘Terwijl de EU exorbitante bedragen uitgeeft om wereldwijd democratie te promoten, is het vandaag de dag een dominante financier van democratische regressie in haar eigen lidstaten.’ Het probleem zit hem in het volgende: Hongarije en Polen behoren tot de grootste ontvangers van EU-subsidies en tegelijkertijd wordt de toezicht hierover aan de staten zelf overgelaten. Dit betekent dus dat de Hongaarse en Poolse regering zelf mogen nagaan of de subsidies op de juiste plek terechtkomen. Je hoeft geen geleerde te zijn om te begrijpen dat dit tot onheil leidt. Geen wonder dat, zoals hierboven besproken, Orbán subsidies misbruikt om zijn familie schathemeltje rijk te maken.
Emigratie
Ja, emigratie. Niet immigratie. Over deze kant van de migratiemedaille wordt niet vaak gesproken als het over Hongarije of Polen gaat, maar volgens Kelemen speelt het zeker een belangrijke rol. Hoe makkelijker het is om een land te verlaten, hoe groter de kans dat kritische burgers de uitgang verkiezen boven actie ondernemen tegen hun regering. EU-burgers kunnen zich makkelijk in andere lidstaten vestigen. Het gevolg is dat inwoners die het niet eens zijn met de gang van zaken in hun land hun biezen pakken en de potentiële oppositie tegen de regering uitblijft. Zo ook in Hongarije: sinds Orbán aan de macht kwam is de emigratie met 186 procent toegenomen, meer dan het dubbele van elk ander EU-land. Orbán weerhoudt de emigranten er vervolgens van om alsnog te stemmen tijdens nationale verkiezingen, waardoor hun tegenstem uitblijft. Zodoende forceert hij een structureel vooroordeel tegen de EU in het Hongaarse electoraat.
Al deze factoren tezamen maken de EU tot een vriendschappelijke omgeving voor autocraten. Niet bepaald een waardengemeenschap dus. Maar zijn er oplossingen? Hoe verlaat de EU het autoritaire-equilibrium? Kelemen geeft toe dat hij in zijn paper een vrij pessimistisch beeld schetst voor de EU. Gelukkig geeft hij tegenwoordig webinars waarin hij zijn these verder uiteenzet en daarbij ook oplossingen aandraagt.
Zo zou de Europese Commissie, bij schending van EU-wetgeving door een lidstaat, naar het Europese Hof kunnen stappen. Bij genoeg bewijs – zoals in Hongarije en Polen – kan het Hof financiële sancties opleggen. De Commissie heeft hiertoe niet als enige de mogelijkheid – individuele lidstaten kunnen dit ook. Nederland zou bijvoorbeeld vanaf morgen kunnen dreigen met zo’n procedure. Maar dit gebeurt niet. Mark Rutte spreekt tegenwoordig duidelijke taal over de misstanden in Hongarije en Polen, maar desondanks weigeren hij en andere regeringshoofden leiderschap te tonen en de stap naar het Hof te maken.
Leiderschap is het cruciale woord. Europese regeringshoofden moeten lef tonen en de toestanden in Polen en Hongarije politiseren. De woorden van Mark Rutte waren in dat opzicht uniek. Niet eerder had een Europees leider zulke klare taal gesproken over Orbán en Morawiecki. Dat geeft hoop, maar het is slechts een begin.
Hij zou bijvoorbeeld een stevig woordje kunnen spreken over de appeasement politiek van het CDA of Merkels CDU. Dit zorgt ervoor dat hun houding tegenover Orbán duidelijk op de politieke agenda wordt gezet. Zodoende ontstaat er meer bewustzijn bij de kiezer wat zou kunnen leiden tot nationaal electoraal verlies voor deze partijen. Op die manier zullen ze in het vervolg wél daadkrachtig optreden en Fidesz tot orde roepen.
Concluderend, door een combinatie van institutionele factoren en een gebrek aan politieke wil heeft de EU een monster geschapen waar ze moeilijk vanaf komt. De autocratische praktijken in Polen en Hongarije en hun Europese gijzelingen als gevolg hiervan, zullen niet een-twee-drie opgelost worden. Hiervoor is hernieuwd politiek lef nodig. Regeringsleiders als Mark Rutte of Emmanuel Macron zullen echt ballen moeten tonen om aan de autoritaire val te kunnen ontsnappen.
Alleen dan wordt het mogelijk om Polen en Hongarije tot de orde te roepen. En alleen dan mag de EU spreken van een waardengemeenschap.
Afbeelding door M. B. M. via Unsplash