Op 18 september 2019 werd Derk Wersum, advocaat van kroongetuige Nabil B., doodgeschoten. Nabil B. was kroongetuige in de zaak tegen Ridouan Taghi, een voortvluchtige drugscrimineel die samen met vijftien anderen terecht zou worden gesteld voor zo’n vijftien moorden. Direct na de moord op Wiersum werd er gesproken over een geslaagde aanval op de rechtsstaat. Een advocaat die vermoord wordt puur omdat hij zijn werk uitvoert, klinkt als een scenario voor een dramatische nieuwe Netflix serie, maar zou niet moeten gebeuren in een ontwikkelde rechtsstaat zoals Nederland. Wie is er immers nu nog bereid om kroongetuigen te verdedigen in controversiële zaken, wetende dat dit een risico is?
Een van de belangrijke aspecten van de rechtsstaat is dat advocaten veilig hun werk moeten doen. Zij zijn verantwoordelijk voor hun cliënt in de rechtszaal, maar niet voor de misdaden die deze cliënt heeft gepleegd. Door de moord op Wiersum ontstaat angst onder juristen over in hoeverre zij nog op een veilige manier hun werk kunnen uitvoeren. Uit een recente enquête van het Advocatenblad blijkt dat meer dan de helft van de strafrechtadvocaten in Nederland zich onveiliger voelen na de moord op Wiersum. Ook zegt nog maar 18 procent van de strafrechtadvocaten in de toekomst nog kroongetuigen te willen verdedigen. Dit is problematisch aangezien deze advocaten juist nu nodig zijn. De moord op Wiersum brengt namelijk nog een maatschappelijke kwestie naar voren. Als Wiersum namelijk daadwerkelijk is geliquideerd door de criminele drugs ‘onderwereld’ in Nederland, lijkt dit een bevestiging van een al jaren opbouwende vraag: Is Nederland zich aan het ontwikkelen tot een narcostaat?
De definitie van een narcostaat volgens Woordenboek van neologismen van Marc de Coster (1999): “Narcostaat. Een land waar gemakkelijk drugs verkrijgbaar zijn, dat beheerst wordt door drugshandel.” Naar deze definitie is Nederland geen drugsstaat. Ondanks de grootschalige productie en consumering van drugs, wordt Nederland namelijk niet bestuurd door bij de drugsmaffia betrokken politici. Toch worden al jaren lang zorgen uitgesproken over het bij drugs betrokken geweld dat plaatsvindt in Nederland. In de beruchte onderwereld van Amsterdam vinden al jaren lang incidenten plaats. Jeroen Poelert, plaatsvervangend chef van de Landelijke Recherche, sprak in een artikel van de NRC over de snelle groei van drugsmaffia in Nederland: “Van wijk tot wereld, in een paar jaar. Het gaat razendsnel.” Blijkbaar gaat het zo snel dat het voor de politie niet meer is bij te benen. Minister van Justitie Ferdinand Grapperhaus wil na aanleiding van de moord op Wiersum en de groeiende drugsmaffia in Nederland een nationale antidrugsbrigade oprichten dat gericht is op: “oprollen, afpakken en voorkomen.”
Als antwoord op de vraag of de liquidatie van Dirk Wiersum een aanval of de rechtsstaat is of een bevestiging van de narcostaat is, is alleen te stellen dat beide het geval zijn. De rechtsstaat is aangetast, dat blijkt alleen al uit de geschokte reacties van juristen die twijfelen over hun eigen veiligheid terwijl ze simpelweg hun werk uitvoeren. Strafrechtadvocaten zullen nu ook minder vrijwillig zich inzetten voor het vertegenwoordigen van kroongetuigen. En juist nu zullen deze vaak vertegenwoordigd moeten worden in toekomstige onderzoeken naar de drugscriminaliteit. De veronderstelling dat Wiersum is neergeschoten door de cocaïnemaffia in Nederland bevestigt dat Nederland, in ieder geval deels, tot een narcostaat is ontwikkeld. Het feit dat de onderwereld zo een vreselijke aanval op de rechtstaat kan uitvoeren, is bevestiging genoeg dat het serieuze probleem van drugscriminaliteit in Nederland steviger moet worden aangepakt, als is het maar om Derk Wiersum te wreken.